Jeroen Krabbé: ‘IJdele onzin’?

Ik keek reikhalzend uit naar het ‘biografisch portret’ van Jeroen Krabbé om redenen die mij – ik waarschuw maar vast – niet tot de meest objectieve recensent van dit vlot geschreven en prachtig vormgegeven boek maken.

Dat zit zo. Na mijn Jan Terlouw-biografie (2016) zocht ik een nieuw biografieslachtoffer en Jeroen Krabbé stond hoog op mijn shortlist. Net als Terlouw was hij van verschillende markten thuis: acteur, regisseur, schilder, programmamaker. Hij had bovendien een even boeiende als pijnlijke Joodse familiegeschiedenis plus markante familieleden die zelf óók bekend waren: broer Tim (schrijver en schaker) en zonen Martijn (tv-presentator) en Jasper (kunstenaar). Dat moest wel een interessante biografie opleveren.

Ik mailde Krabbé en per kerende post bedankte hij me voor mijn ‘eervolle voorstel’ en liet me weten dat ik niet de eerste was. ‘En ik heb elke keer nee gezegd. Dat komt omdat ik een biografie over mijzelf ‘ijdele onzin’ vind. Als zoiets ooit moet gebeuren dan gaan ze hun gang maar na mijn dood, maar nu liever niet. Het spijt me.’ Ironisch genoeg kwam uitgerekend die ijdelheid steeds terug in de reacties uit mijn omgeving op mijn plan. ‘Een boek over die ijdeltuit? Weet je het zeker?’

Zonder Krabbé’s medewerking geen inzage in persoonlijke archieven of toegang tot intimi, besefte ik en stortte me op andere projecten. Tot een tijdje terug de marketingmanager van uitgeverij Rubinstein me tot mijn verbazing trots vertelde dat hij de schilder-acteur had gestrikt voor een boek. En die ijdele onzin dan? In haar dankwoord refereert auteur Rosa Koelemeijer er kort aan: ‘Jeroen Krabbé wilde nooit meewerken aan een boek over zijn leven uit angst dat men dat als ijdel zou bestempelen.’ In deze formulering leek het alsof hij zich over zijn angst voor de reactie van anderen had heen gezet, terwijl hij tegen mij nog beweerde dat hij het zelf ‘ijdele onzin’ vond.

Biografisch portret

In dat licht is het interessant dat Koelemeijer geen biografie schreef, maar een ‘biografisch portret’ zoals ze in de verantwoording uitlegt.

De schilderijen die Jeroen Krabbé maakte over zijn leven vormden het uitgangspunt voor het verhaal, daaromheen heb ik zijn levensloop scenisch beschreven, door zíjn ogen. Het ging me om zijn herinneringen aan bepaalde gebeurtenissen in zijn leven, met alle tegenstrijdigheden, onvolledigheden en persoonlijke inkleuringen die daarbij horen. Dat de ‘waarheid’ in dit boek een rekkelijk begrip is spreekt daarom voor zichzelf.

Een mooie disclaimer. Het roept evenwel de vraag op of deze werkwijze haar idee was of dat haar hoofdpersoon op deze manier toch zelf de touwtjes in handen wilde houden. Koelemeijer sprak weliswaar ook met Krabbé’s vrouw Herma en met ‘andere mensen om Jeroen heen’ (wie, dat blijft onduidelijk) maar het is toch vooral zijn verhaal. Nou is daar op zich niets op tegen en bij autobiografieën en memoires (niet zelden door een ghostwriter geschreven) is dat zelfs het uitgangspunt, maar tijdens het lezen wrong het soms. Regelmatig vroeg ik me af of de auteur, een derde of Jeroen zelf over Krabbé aan het woord was.

Tim en Joop

Ook in andere opzichten wreekt de werkwijze zich soms. Intrigerend in het boek is de moeizame verstandhouding tussen Jeroen en zijn broer Tim. Hier had het gezichtspunt van Tim echt iets kunnen toevoegen en verhelderen. Nu blijft het bij speculaties van Jeroen over wat zijn broer mogelijk dwarszat.

Ook met Joop van den Ende was Krabbé, na een innige samenwerking, jarenlang gebrouilleerd, in hun geval vanwege een financieel geschil. Door tussenkomst van derden kwam het goed, zo goed dat de Van den Ende Foundation de publicatie van dit biografisch portret financieel mede mogelijk maakte. 

Angsten

Een ander interessant aspect in het levensverhaal van Krabbé is de heimwee en verlatingsangst waar hij al van jongs af aan mee kampte. Mede als gevolg van de oorlogstrauma’s van zijn Joodse moeder (haar hele familie werd weggehaald en vermoord) én door zijn vader die elke avond een ‘brief ging posten’ maar in werkelijkheid zijn gezin verliet om zijn vriendin te bezoeken.

Zelfs op latere leeftijd ging Krabbé’s heimwee zo ver dat zijn echtgenote hem eens moest vergezellen naar een filmproject op een eiland aan de andere kant van de wereld zodat hij niet alleen hoefde te reizen (een paar dagen later maakte ze in haar eentje de dagenlange reis in omgekeerde richting).  

Door de angsten vluchtte Jeroen als kind in dromen. Ook schilderen en acteren waren vluchtroutes voor hem. Door te acteren kon hij even ontsnappen aan zijn leed, zijn onzekerheden en aan zichzelf. Door te schilderen schiep hij een paradijselijk alternatief voor de echte wereld, al gebruikte hij zijn schilderijen later ook om zijn trauma’s te verbeelden. Zelf zag hij vooral overeenkomsten tussen beide kunstvormen:

Bij beide begon je met niets en zowel een rol als een schilderij bouwde je stapsgewijs op. In een rol verdiepte je je eerst, om daarna kleur en emotie toe te voegen. Met een schilderij ging het net zo: hij zette de grote lijnen op met houtskool en vulde en kleurde het later in.     

Hij waakte er overigens voor om als de ‘schilderende acteur’ of als de ‘acterende schilder’ beschouwd te worden. In de publiciteit probeerde hij vermenging van die twee rollen angstvallig te vermijden.

Plakboeken

Terug naar de ‘ijdele onzin’: hoe scoort Krabbé in dit biografisch portret langs de ijdelheidsmeetlat? Het beeld is gemengd: hij is openhartig over de periodes dat het hem artistiek, mentaal en financieel tegenzat en beschikt over voldoende zelfreflectie om te erkennen dat hij sommige zaken anders had moeten aanpakken. Tegelijkertijd kan hij moeilijk omgaan met kritiek, zeker als die zijn vermeende ijdelheid betreft. Zo viel hij over de krantenkop uit het Parool die in het boek wordt aangehaald: ‘De serie over Chagall ging binnen 5 minuten over Jeroen Krabbé’.

Toen Krabbé een lintje kreeg, plakte hij een krantenartikel hierover in zijn plakboek en onderstreepte de zin die vermeldde dat een hogere onderscheiding voor gewone stervelingen niet was weggelegd. Op zich is het natuurlijk al opmerkelijk dat iemand die een biografie ijdele onzin vindt, zijn eigen leven minutieus vastlegde in 253 (twee-honderd-drieën-vijftig) plakboeken…       

Krabbé. Een biografisch portret
Rosa Koelemeijer
Rubinstein Publishing
ISBN hardcover 9789047634621
Verschenen in november 2024

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com ( 34,99)

Joep Boerboom
Joep Boerboom
Joep Boerboom is journalist. Hij schreef onder meer een biografie van Jan Terlouw.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in