Tijdens de Tweede Wereldoorlog doken in Nederland zoān 25.000 Ć 28.000 Joden onder. De Delftse verzetsstrijder Kees Chardon was een belangrijke spil in het web van de zogeheten āJodenbegunstigersā die voor de onderduikers een veilig heenkomen zochten. Niet alleen in Den Haag en omgeving, maar ook in Noord-Holland, Brabant, Limburg en Friesland wist Chardon landgenoten te overreden hulp te bieden. Trudy van der Wees schreef een boek over dit āboegbeeld van het Delftse verzetā.
Wat dreef deze Delftse advocaat om zijn leven op het spel te zetten voor zijn Joodse medeburgers? Van der Wees weet aan de hand van egodocumenten, getuigenissen en persoonlijke correspondentie heel aannemelijk te maken dat zijn gereformeerde geloofsovertuiging een belangrijke factor is geweest om al in het eerste oorlogsjaar in verzet te komen tegen de Duitse bezettingsmacht. Maar ook zijn beroep als advocaat droeg daartoe bij. Chardon maakte dagelijks de grove schending mee van de burgerrechten van zijn Joodse stadsgenoten en zag met lede ogen aan hoe de rechtsstaat ontmanteld werd. Dat pikte hij niet langer.
Gereformeerd verzet
Voor gereformeerden was verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog geen uitgemaakte zaak. In principe was overheidsgezag een door God gegeven realiteit waaraan men als onderdaan gehoorzaamheid verschuldigd was. Maar sommige predikanten -zoals dominee Kees Boordt in Delft ā hielden hun gemeenteleden voor dat de beginselen van het nationaalsocialisme strijdig waren met die van het christendom. Samen met zijn zwager Klaas van Houten en buurtgenoten Aad van Rijs en Jan van der Sloot bouwde Kees Chardon een uitgebreid netwerk op, waarin gereformeerden hun eventuele gewetensbezwaren terzijde konden schuiven. Overigens bleef Chardon in de loop van de oorlog vrij autonoom opereren, veelal tegen de zin van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO) die vond dat hij te grote risicoās nam. Zijn overmoed was gegrondvest op een onwankelbaar Godsvertrouwen.
Sonny Boy
Het boek van Trudy van der Wees is een welkome aanvulling op het onvolprezen Sonny Boy van Annejet van der Zijl, het verhaal van Rika van der Lans, Waldemar Nods en hun zoontje Waldy waarin Chardon optreedt als hun belangrijkste schakel met het Zuid-Hollandse verzet. Van der Wees heeft goede argumenten om een van de helpers in het netwerk van Chardon aan te wijzen als de verrader van Rika van der Lans en Waldemar Nods. De Joodse student Carel Kaufman probeerde zijn eigen hachje te redden toen hij in het voorjaar van 1944 door de Sicherheidsdienst werd gearresteerd.
Kaufman was niet de enige. Ook Piet de Leeuw ontpopte zich na zijn arrestatie als een loyaal āVertrouwensmanā van de SD, die de inlichtingendienst gewillig ter zijde stond in het oprollen van verzetsgroepen. Chardon werd uiteindelijk het slachtoffer van verrader Wim van Herwaarden, een gedeserteerde Waffen-SS-er die in het pension van Rika en Waldemar een veilig heenkomen had gevonden.
De meest pijnlijke passages in deze biografie handelen wellicht over het al te goede vertrouwen van Chardon in Evert Weenink. Deze trad als contactpersoon op tussen Chardon, zijn familie en andere leden van het verzet. Weenink bleek een notoire collaborateur en oplichter, die in 1943 wegens diefstal uit de Wehrmacht was gezet. Judas had een gezicht gekregen.
Roeping
Op 18 januari 1944 werd Kees Chardon gearresteerd. Hij verbleef afwisselend in kamp Vugt en het Oranjehotel in Scheveningen, en in september 1944 volgde zijn deportatie naar de Duitse concentratiekampen Sachsenhausen, Neuengamme en Helmstedt-Beendorf. Medegevangenen getuigen na de oorlog van zijn zijn morele steun aan kampgenoten. Het was alsof hij zijn ware roeping gevonden had. Die van zielenherder. Chardon stierf in de hel van kamp Wƶbbelin in het midden van het ineenstortende Derde Rijk. Wƶbbelin fungeerde aan het einde van de oorlog als eindstation van de dodenmarsen uit RavensbrĆ¼ck, Bergen-Belsen en Neuengamme. Het kamp was volstrekt niet berekend op die toestroom. Toen de Amerikanen op 2 mei 1945 Wƶbbelin bevrijdden, troffen zij een toestand aan waarvoor de term āmensonterendā niet toereikend is. Kees Chardon bezweek wellicht op 25 of 26 april door uitputting en verwaarlozing, enkele dagen voor de bevrijding van het kamp. Ook dat weet Van der Wees heel aannemelijk te maken.
Nauwgezet
Het bewonderenswaardige aan het boek van Trudy van der Wees is de nauwgezetheid van haar onderzoek. Van der Wees wil de onderste steen boven krijgen. Daar ligt meteen ook haar grote valkuil wat de compositie van het boek betreft. Chardon was niet eens zozeer een systematische ānetwerkerā, maar wist met zijn charme en overtuigingskracht helpers te ronselen als hij om een adresje verlegen zat. Van der Wees noemt ze allemaal, met naam en toenaam, waardoor je als lezer zo nu en dan de rode draad verliest.
Dat laat de omvang van haar prestatie onverlet. Kees Chardon. Boegbeeld van het Delftse verzet is een aandoenlijk monument voor een inspirerende persoonlijkheid en een welkome aanvulling op onze kennis van de gereformeerde ondergrondse tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Kees Chardon 1919-1945. Boegbeeld van het Delftse verzet
Trudy van der Wees
WBooks
ISBN paperback 9789462586826
Verschenen in januari 2025
Bestelinformatie
Bestel als paperback bij bol.com (ā¬ 29,95)