Mijn eerste persoonlijke ontmoeting met Henk Westbroek vond plaats in museum Catharijneconvent in Utrecht, eerder dit jaar. Ik was destijds redacteur voor het televisieprogramma Mijn Maria, een programma waarvan u, getuige de tegenvallende kijkcijfers, waarschijnlijk nooit heeft gehoord. In dat programma vertelden mensen over hun (on)gelovige relatie tot de Heilige Maagd. Van hogerhand kwam het idee om hiervoor vooral BNāers te benaderen. Goed voor de publiciteit Ć©n voor het programma zelf, zo was de gedachte. Dat bleek een misvatting: was het onder het vrome volk al lastig om een goed inhoudelijk verhaal over de moeder Gods boven water te krijgen, bij het bekendere deel der natie werd dit er niet beter op.
Toen begin afgelopen februari het Catharijneconvent een heuse Mariatentoonstelling organiseerde, besloot ik Westbroek te benaderen. En zowaar: hij werkte graag mee aan een televisie-opname in wat hij āhet mooiste museum van Utrechtā noemde. Vermoedelijk belde ik hem voor elven want, zo leert zijn zojuist verschenen biografie Henk, geschreven door Martin Groenewold, wie hem voor elf uur ās ochtends een verzoek doet krijgt van Westbroek vaak een welwillend antwoord.
Areligieus
Nu bleek Westbroek volstrekt areligieus opgevoed (priesters en predikanten worden door zān ouders in zijn biografie steevast āgoddelijke opvretersā genoemd) maar tijdens de opnames in het museum ontsteeg Westbroek alle verwachtingen. Hij was innemend, gortdroog en hield voor de camera een fascinerend betoog over de rol van Maria in de kunst, de moederlijke kanten van God en zijn eigen kijk op kerk en religie.
Daar en toen merkte ik pas dat Westbroek in de eerste plaats een verhalenverteller is. Hij kan je feilloos meenemen in zijn belevingswereld. In ons geval betekende dit dat we voor een televisie-uitzending van 7 minuten terugkwamen met ruim drie kwartier aan ruw videomateriaal. Vooral bestaand uit monologen van Westbroek terwijl hij de kijker (Ć©n de verbouwereerde presentator) meeneemt langs vitrines met rozenkransen, Mariabeelden en naakte vruchtbaarheidsgodinnen. In geval van zijn biografie Henk betekent het een rijke schakering van verhalen uit Westbroeks jeugd, zijn jaren als zanger van Het Goede Doel en zijn latere politieke carriĆØre.
Anti-autoritair
De periode tot zijn doorbraak met Het Goede Doel is in āHenkā wellicht het meest onbekend, en in ieder geval voor mij het meest boeiend. Westbroek werkt op de HBS in Utrecht mee aan een alternatieve schoolkrant en komt via zijn latere studie sociologie terecht in de wereld van linkse anti-autoritaire communes en krakershuizen, waar hij samen met vriend en kunstenaar Jan Burggraaf zijn eerste optredens verzorgt. Westbroek:
āWe schreven uitsluitend liedjes waarvan we zeker wisten dat die veel mensen tegen de haren in zouden strijken (ā¦) De ironie ontging die lui volledig.ā
Verhelderend voor het dwarse karakter van Westbroek is de rol van socioloog Jan van Hessen die hem wegwijs maakt in de dialectiek. Van hem leerde Westbroek:
āOm scherp te blijven denken moest je je in een discussie altijd het tegengestelde standpunt proberen voor te stellen. (ā¦) Ook in mijn liedjes draai ik graag zaken om. Dat vind ik leuk; het verheldert mān blik op de werkelijkheid.ā
Het Goede Doel
Daarna gaat het levensverhaal van Westbroek in een vlot tempo verder over zijn relatie met zanger Henk Temming en gitarist Sander van Herk: de drie zouden vanaf 1977 het Engels voor het Nederlands verruilen en verdergaan onder de naam Het Goede Doel. In de jaren erna bereikt de populariteit van Nederlandstalige bands een hoogtepunt. Westbroek gaat in zijn verhaal uit van eigen kunnen, maar geeft ook ruiterlijk toe dat Het Goede Doel mee kan liften op het succes van Doe Maar, Bram Vermeulen en Klein Orkest. In 1982 wordt Westbroek opgevist door VARA-scout Rolf Kroes en achter de radiomicrofoon gezet. WĆ©Ć©r later is er die carriĆØre in de politiek: eerst lokaal voor Leefbaar Utrecht, later ook landelijk binnen Leefbaar Nederland met Jan Nagel en Pim Fortuyn. En een toekomstige carriĆØre als burgemeester van Utrecht, waar in het boek regelmatig naar wordt gehint? Zelf ziet Westbroek het wel zitten.
Henk Westbroek lijkt een multi-talent; de auteur zegt dat het woord āduizendpootā voor hem is uitgevonden. Maar wie de biografie (of ālevensverhaalā, zoals Henk Groenewold zijn werk zelf steevast noemt) doorleest zal toch erkennen dat een flink portie opportunisme en toeval ook meespeelt in Westbroeks carriĆØre. Daar is niks mis mee. Sterker: juist het onverwachte, de onbekwaamheid hier en daar en de rafelranden in zijn leven maken Henk zo prettig om te lezen. Meer dan een degelijk artiest, discjockey of politicus is Westbroek een eigenzinnige en onbevangen man die zich vaak verwondert over zichzelf maar meer nog over de wereld om hem heen. Of zoals Westbroek zelf zegt:
āMijn hele leven hangt aan elkaar van momenten waarvan ik achteraf zeg: als ik er vijf minuten langer over had nagedacht: was ik er nooit aan begonnen.ā
Henk. Het levensverhaal van Henk Westbroek
Martin Groenewold
Uitgeverij Pharos
ISBN 978 90 79399 93 2
Verschenen in oktober 2017
Bestelinformatie
Bestel hier als paperback bij Athenaeum Boekhandel (ā¬ 19,90)