Albert Smulders: Tropenwee in Congo

Albert Smulders. Zo heet de ‘afvallige Witte Pater’ in het boek Voor God en den Congo! Het wel en wee van een afvallige Witte Pater (1880-1957) van Wilbert Smulders. Smulders heeft voor zijn breed uitwaaierende boek over de missie in Congo een fascinerende protagonist gevonden. Priester Albert ging in 1906 als enthousiaste missionaris naar het hart van Afrika, maar kwam al in 1917 terug. Had Albert een ‘zonnesteek’ zoals de familie zei, of was er iets anders aan de hand?

Albert Smulders was de oudoom van neerlandicus Wilbert Smulders, een oom van zijn vader Johan. Zoals dat gaat als je jong bent, heeft hij zijn grootmoeder Jeanne nooit gevraagd naar het drama rond deze bijzondere Witte Pater in de familie. Dat is jammer, maar gelukkig had oudoom Antoon een fascinatie voor fotografie. Een kist vol unieke stereofoto’s brengt de familie Smulders en het dagelijks leven van Oud Gastel in beeld. En nog mooier: Antoon en zijn broer Albert voerden enkele jaren een ‘stereofotografische correspondentie’ tussen Congo en Brabant, waardoor we kunnen zien hoe Albert met zijn bekeerlingen leefde in Kirungu en Lulenga. Alberts gedetailleerde brieven over zijn belevenissen in de Annalen der Afrikaansche missiën werden met vele foto’s van de lange man in zijn witte pij geïllustreerd.

Tussen troon en altaar

Het Rijke Roomse Leven en het familieleven staan centraal in de eerste hoofdstukken. Wilbert Smulders neemt de lezer stap voor stap mee in de thuiswereld van Albert, zijn opleiding bij de Witte Paters in Nederland en Noord-Afrika, de katholieke missie en het bestuur van de Belgische kolonie Congo. Hij besteedt veel aandacht aan het gecombineerde optreden van kolonialen en missionarissen in Afrika, dat wel ‘een alliantie tussen troon en altaar’ is genoemd, met de troon (koning Leopold II) als hard power en het altaar als soft power. De positie van de missionarissen in de kolonie was dan ook bijzonder dubbelzinnig. Het was sowieso heel moedig om missionaris te worden in dit nog maar nauwelijks ‘ontdekte’ land. Alleen al de reis ernaartoe, die Smulders levendig beschrijft, duurde maanden. Tropische ziekten en ongevallen kostten veel missionarissen het leven. De vrome Albert ‘zoekt dit lijden op’ en het afscheid leek dan ook voorgoed.  

Ontspoord conflict

Tot ieders verbazing keerde Albert Smulders al in 1917 terug naar Europa. Wat was er gebeurd? Dicht bij de bronnen blijvend licht de auteur toe hoe een conflict tussen Albert en zijn overste, de autoritaire apostolische vicaris monseigneur Victor Roelens, totaal ontspoorde. Albert was in de nieuwe missiepost Tongeren-St-Marie in Lulenga de eerstverantwoordelijke in dit nog niet bekeerde gebied. Als missionaris was Albert weliswaar idealistisch, maar ook realistisch. Hij verdiepte zich grondig in het wereldbeeld van de Tabwa-stammen en had geduld:

“De Godsdienst is nog niet genoegzaam in die sedert 14 jaar bekeerde negers doorgedrongen. Zachtjes aan: onze Germanen hebben er destijds wel langer over gedaan, om volmaakte Christenen te worden.” 

Albert had dus al een lastige taak, maar toen in 1914 de oorlog uitbrak, begonnen de Europese kolonisators ook op het Duitse en Belgische grondgebied in Congo te vechten. Er heerste schaarste in Lulenga en de bevolking was terecht verontwaardigd over de gevechten rond het Tanganyika-meer, schrijft Albert:

“Allen zeggen dat de Blanken als ’t ware hun verstand kwijt moeten zijn, om zoo elkander naar ’t leven te staan. Immers de zwarten mogen niet meer, zooals vroeger, den vijand doodsteken [in plaats van hem] vergeven, en nu doen die heeren het zelf, en in veel erger mate dan het ooit voorheen onder de negers nu en dan geschied is.”  

In die moeizame situatie kwam monseigneur Roelens, een ‘religieus imperialist pur sang’, op inspectiebezoek in Tongeren-St-Marie. Hij las Albert onbarmhartig de les over zijn praktische tekortkomingen, zijn toegeeflijkheid en zijn ‘idee fixes’. Aanvankelijk bond Albert in, maar bij een tweede reprimande ging hij uitzonderlijk fel in de tegenaanval met een inhoudelijk argument. Hij vond dat Roelens en de andere Witte Paters bij hun werk in de Congo de grondbeginselen van hun orde verkwanselden. Roelens beschuldigde Albert daarop van verregaande ongehoorzaamheid, maar daar kreeg hij zijn orde-superieuren in Algiers niet in mee. Toen Roelens zijn beklag deed in Rome, kreeg hij evenmin gelijk. Albert had dus gewonnen, maar was ondertussen wel zijn missiepost kwijt. Smulders onderzoekt nauwgezet of Alberts acties voortkwamen uit paniek, wraak of een onevenwichtige gemoedstoestand. Verkeerde hij op een randje van een psychose? Had hij een bipolaire stoornis? Het zijn nuttige vragen, want toen Albert weer in Nederland was, ging het mis met hem.

Leven als dissident

In het eerste jaar van zijn verlof, in het missiehuis van de orde in Boxtel, leidde Albert een heimelijk leven als dissident. Hij had in Afrika ‘intuïties’ gekregen die hij beschreef in open brieven aan onder andere het katholieke dagblad De Tijd. Zijn teksten werden niet gepubliceerd, want Alberts gods- en wereldbeeld was beslist niet meer traditioneel katholiek. Zijn zonderlinge ideeën, deels gestoeld op het humanitair idealisme van de wereldverbeteraars van zijn tijd, zouden ook waanbeelden genoemd kunnen worden. Zo schreef hij dat seks niet nodig was voor voortplanting: de ‘mannelijke zaaddiertjes zweven door de lucht en het is de wind Gods die het zaaddiertje bij het eicelletje brengt’. De ziener vertelde te pas en te onpas over zijn overtuigingen en nieuwe roeping. Door zijn mateloze en grillige gedrag werd Albert een ondraaglijke last voor zijn omgeving. In 1919 werd hij opgenomen in een psychiatrische inrichting, tegen zijn zin. Ten overstaan van de hele publieke wereld klaagde hij vervolgens, met hulp van enkele sympathisanten, de kerk aan als een organisatie die er inquisitiepraktijken op na houdt. Tevergeefs. Het gesticht had zijn handen vol aan de lastige patiënt, die te veel geld uitgaf aan boeken en de familie zat met een onhandelbaar familielid opgescheept. Gelukkig betaalden de Witte Paters voor zijn bijna veertig jaar lange verblijf in klerikale verzorgingshuizen in Venray, Diest, Tienen en Boekel. Het is Albert nooit meer gelukt een nieuw leven buiten de kerk op te bouwen. Zijn geest bleef verward. Hij overleed in Boekel op 76-jarige leeftijd.

Monografie

Prometheus heeft Voor God en den Congo prachtig uitgegeven, met mooie foto’s op de cover en het stofomslag. De naam van Albert Smulders ontbreekt echter op het omslag, misschien omdat de term ‘biografie’ niet helemaal van toepassing is voor dit fascinerende verhaal over een mislukt missie-avontuur en persoonlijk drama. Een monografie is misschien een betere omschrijving, of een casestudie. Smulders neemt ook de ruimte voor interessante bijfiguren uit de familie en vooral voor de Congolees Stefano Kaozo, de eerste zwarte priester. In Kirungu leidde Albert Smulders deze Kaoze op en hij was zeer gesteld op de briljante jongeman, die een beroemd geworden etnologische beschrijving van zijn Tabwa-stam naliet. In de epiloog gaat Smulders uitvoerig in op het postkoloniale discours en onderwerpen als etnologische ‘mensententoonstellingen’. Hij geeft zo een genuanceerd beeld van het hele project van de katholieke missie in Afrika, waarvan Albert Smulders indertijd een radertje was.

Voor God en den Congo is ook een persoonlijk boek geworden. Smulders schrijft vanuit een eenentwintigste-eeuws perspectief over zijn oudoom en ziet daarin de ironie: “In 1918 schaamde zijn familie zich voor hem, omdat hij als missionaris niet had voldaan, terwijl hij mij als verre nakomeling opnieuw een ongemakkelijk gevoel bezorgt, maar nu omdat hij dat destijds jarenlang juist wel heeft gedaan. De opzet van dit boek is ingegeven door de spanning tussen beide ongemakken.”

Voor God en den Congo! Het wel en wee van een afvallige Witte Pater (1880-1957)
Wilbert Smulders
Prometheus,
ISBN hardcover 9789044657739
ISBN e-book 9789044657746
Verschenen in januari 2025

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (€ 34,99)
Bestel als e-book bij bol.com (€ 20,99)

Petra Teunissen-Nijsse
Petra Teunissen-Nijsse
Petra Teunissen-Nijsse werkt als freelance redacteur, journalist en biografisch onderzoeker. Zij publiceerde over Louis Couperus, Carry van Bruggen en Clare Lennart. In juni 2017 promoveerde zij op het proefschrift Voor ’t gewone leven ongeschikt. Een biografie van Clare Lennart. Haar tekstbureau heet Leven in Woorden

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

1 REACTIE

  1. Als aanvulling en verklaring van de titel van deze biografie: in zijn boek vergelijkt neerlandicus Wilbert Smulders de ervaringen van de hoofdpersoon van de roman ‘Tropenwee’ van Henri van Booven uit 1904 met de belevenissen van Albert en de andere missionarissen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in