De oorlog van Chris van der Heijden

De Tweede Wereldoorlog is nog niet voorbij. De recente driedelige NPO documentaire rond het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR), De oorlog die nooit ophoudt, laat zien dat er zo’n vier miljoen nabestaanden zijn van de in dit archief beschreven Nederlandse – soms vermeende – Ā daders uit die periode van onze geschiedenis. De maatschappelijke beroering rond de openstelling van het Nationaal Archief geeft aan hoezeer wij nog met ons verleden worstelen. Het is, bijvoorbeeld, vrijwel onmogelijk om een plaats te bemachtigen in het Nationaal Archief om de CABR dossiers te bekijken.

Een jaar of zo geleden kreeg ik bericht van mijn plaatselijke bibliotheek dat ik het door mij gereserveerde boek Kinderen van foute ouders (2014) van historicus Chris van der Heijden kon ophalen. Het boek stond echter niet in de kast met reserveringen, dus vroeg ik aan de baliemedewerkster of ze het voor mij kon opspeuren. Even later kwam ze ermee terug en keek mij doordringend, ja afkeurend aan alvorens het te overhandigen. Dat verbeeldde ik me niet. Of toch wel? 

Full disclosure. Evenals Van der Heijden ben ik een kind van foute ouders en werpt dat een schaduw op mijn leven. Maar waar hij al jong wist dat zijn weggelopen vader een oorlogsmisdadiger was geweest, kwam ik er pas een paar jaar geleden achter dat ik een foute vader had. Hij had vrijwillig als hospitaalsoldaat aan het Oostfront gediend en heeft daarom na de oorlog bijna anderhalf jaar in kampen vastgezeten. De oorlog speelde sowieso een rol in mijn leven, omdat mijn moeder Duitse was. Zij is in 1944 met mijn vader getrouwd. Mijn generatiegenoten waren er nooit vies van om het over die vreselijke moffen te hebben en over hoe heldhaftig hun ouders, ooms, tantes in de oorlog wel niet waren geweest. Ik hield dan maar mijn mond. Heel Nederland had blijkbaar in het verzet gezeten.

Heel Nederland? In Grijs verleden (2001) rekende Van der Heijden af met de simplistische opvatting dat Nederlanders of helemaal fout (zwart) of goed (wit) waren geweest; de meesten behoorden tot de ā€œgrijze soep,ā€ mensen die, al dan niet opportunistisch, probeerden zo goed en zo kwaad als het kon te overleven gedurende de Bezetting. Het boek sloeg in als een bom, zeker toen bekend werd dat Van der Heijdens vader bij de Waffen-SS aan het Oostfront had gediend, commandant van de Landwacht was geweest en zijn moeder lid van de NSB. Critici beweerden dat hij uiterst subjectief was en het verleden van zijn ouders had vergoelijkt en het tijdens de oorlog begane kwaad bagatelliseerde. Als kind van foute ouders kon je niet, nee, mócht je niet over die oorlog schrijven. Hij was dus zelf ook fout. Inmiddels zijn er vijftien drukken van dit boek verschenen, behandelt zijn dissertatie Dat nooit meer (2011) de nasleep van de oorlog en beschrijft Kinderen van foute ouders hoezeer sommigen van hen leden onder de last van het verleden.

Van der Heijden publiceerde ook boeken over andere historische gebeurtenissen, maar werd sinds Grijs verleden (te) vaak voor lezingen gevraagd: je wordt dan ā€œtoch een soort Swiebertje van de Tweede Wereldoorlogā€ sprak hij in een interview in de Volkskrant van 28 maart.

Swiebertje of niet, het verleden laat hem niet los. In Over de rand laait vuur. Mijn ouders en de oorlog verlaat zijn vader, Henk, het gezin met zes kinderen voor de beste vriendin van zijn vrouw. Chris van der Heijden is dan acht. Henk geeft hem een mes, zegt dat hij op vakantie gaat, en stapt in zijn auto. Van der Heijden zal hem pas zo’n tien jaar later weer zien. Als vaderloze teenager is hij zo in de ban van de oorlog dat hij zelfs posters van Auschwitz op zijn kamermuur ophangt. Zijn vader ziet hij dan simpelweg als oorlogsmisdadiger. ā€˜Ik was boos op hem vooral natuurlijk, omdat hij ons verlaten had. Maar mijn subjectieve woede versmolt zich met de gedachte dat iedereen die aan de foute kant had gestaan, bloed aan zijn handen had.’ Als hij zijn vader later ontmoet merkt hij dat het verleden complexer is, zijn vader complexer is en praat met hem, maakt ruzie, en probeert te begrijpen wat hem gedreven heeft.

Vlak voor de vroege dood van zijn moeder ontfermt de auteur zich op haar verzoek over een lichtgroene kist op zolder. Hij had daar als adolescent weliswaar al stiekem in gekeken, maar hem teleurgesteld gesloten toen hij zag dat die vooral vol was met intieme, persoonlijke liefdesbrieven tussen zijn ouders. Tot ergernis van zijn oudere zussen, door zijn vader als vuil behandeld, en zijn jongere broers, die Henk nauwelijks hebben gekend, heropent hij de kist. Hij ordent, kopieert. Waarom, vragen de andere kinderen zich af, blijft hij wroeten in het verschrikkelijke verleden?

In Grijs verleden probeerde van der Heijden meer in het algemeen te begrijpen hoe het mogelijk is dat gewone goede mensen slechte dingen deden. In Over de rand laait vuur wordt het politieke persoonlijker en probeert hij zijn ouders te begrijpen – vooral zijn vader, de oorlogsmisdadiger. Toch een goed mens, blijkbaar. Van der Heijden beweert stellig ā€˜dat Henk een goed moreel kompas had, maar mee heeft gedraaid in een weerzinwekkend systeem’ en poogt dit uit te leggen, voor zichzelf en zijn lezer. De kist, met brieven, maar ook dagboekfragmenten, gepubliceerde en ongepubliceerde artikelen, helpt hem hierbij.

Over de rand laait vuur is vooral het verhaal van vader Henk. Het is het verhaal van een vurig katholiek, die, ontevreden met de slapheid en kleinburgerlijkheid van de Nederlanders, zich aangetrokken voelde tot het fascisme omdat dit in zijn naĆÆeve idealisme een middel was om het geloof te vernieuwen en tegelijkertijd de samenleving te hervormen. Daarbij was fascisme ook een vorm van verzet tegen het grote gevaar, het communisme.

Maar waarom dan de Waffen-SS, waarom zo ver gaan?  Er speelt nog een andere kist een rol in dit boek, in het leven van Henk. Zijn katholieke boezemvriend, de impulsieve Jan van Lith, heeft al in de zomer van 1940 dienst genomen in de Waffen-SS om het communisme te bestrijden. Hij sneuvelt ongeveer een jaar later in de Sovjet-Unie. Jans ouders schenken zijn kist met oorlogsmemorabilia aan Henk, die deze niet alleen letterlijk door de straten van Leiden torst, maar ook figuurlijk op zijn schouders draagt: hij neemt als een soort vervanger van Jan dienst in de Waffen-SS. Hoe het hem daar precies vergaat, hoe hij het tot commandant van de Landwacht schopt, zijn gevangenname, zijn leven in de kampen: Van der Heijden beschrijft het allemaal  dynamisch in detail. Miep, zijn dromerige verloofde en latere vrouw, krijgt minder aandacht, maar zij was ā€˜slechts’ NSB’er en is niet vervolgd.

De toon van Over de rand laait vuur is reflecterend. De auteur gaat een open discussie aan met zichzelf en met de lezer met wie hij een gesprek voert, waarbij hij voortdurend vragen stelt. We krijgen antwoorden, die vaak overtuigend zijn. Ik heb echter juist mijn twijfels bij zijn antwoorden op cruciale vragen, bijvoorbeeld of zijn vader daadwerkelijk bloed aan zijn handen heeft gehad of van de Shoah wist. Zo vraagt Van der Heijden zich af welke ā€˜harde maatregelen’ (zoals Henk zelf zegt) zijn vader getroffen heeft tegen de partizanen in JoegoslaviĆ«. Zou hij hun geslachtsdelen hebben afgesneden? Van der Heijden stelt dan dat hij zich dit niet kan en wil voorstellen en vervolgt ā€˜Zo’n type is hij niet.’ Mij te gemakkelijk. Of, later: ā€˜In Rusland rooft Henk, geen twijfel mogelijk, maar veel buit maakt hij niet. Houdt een kip een boek een stuk worst, een kruisbeeldje. Maar moorden doet hij niet. Opnieuw twijfel uitgesloten.’ Waarom is twijfel hier uitgesloten, vraag ik me af? De auteur legt uit: ā€˜de gelegenheid doet zich ook niet voor,’ een zeer zwak argument. Van der Heijden stelt dat het hem om de waarheid gaat en dat hij, wat zijn familie er ook van zou vinden, niets verborgen zou hebben gehouden. Dat blijkt zeker uit het boek. Maar hoewel zijn historische kennis van de oorlog diepgaand is en zijn documentatie omvangrijk en indrukwekkend, heeft hij zich in dit persoonlijke verhaal te veel laten leiden door de levens van zijn ouders en door de documenten in de lichtgroene kist. Dat heeft zijn beeld, zijn oordeel beĆÆnvloed. Geen bloed aan Henks handen? Nee, misschien niet letterlijk, maar voor zover ik weet heeft Mussert ook nooit persoonlijk gemoord of gemarteld. Henk was eveneens moreel medeplichtig. Toch is het van der Heijden gelukt vooral historicus te zijn. Hij concludeert dat zijn vader ontegenzeggelijk fout is geweest. Maar geen enkele historicus, geen enkele biograaf is honderd procent objectief. Ook een recensent niet. Vanwege mijn eigen achtergrond vond ik Over de rand laait vuur moeilijk te lezen. Maar het is een bijzonder waardevol boek omdat het Ć­edere lezer aanzet tot denken over schuld – en boete. Kopen dus.

Over de rand laait vuur: Mijn ouders en de oorlog
Chris van der Heijden
Boom
ISBN paperback
ISBN e-book
Verschenen in maart 2025

Bestelinformatie

Bestel als paperback bij bol.com (€ 29,90)
Bestel als e-book bij bol.com (€ 23,90)

Marian Janssen
Marian Janssen
Marian Janssen schrijft nu de biografie van dichter en Pulitzer Prize-winnaar (1985) Carolyn Kizer (1923-2014). Ze schreef eerder Not at All What One Is Used To: The Life and Times of Isabella Gardner (University of Missouri, 2010). Ze is als onderzoeker verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in