Op 28 januari overleed William E. Leuchtenburg, dé biograaf bij uitstek van de Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt (1882-1945). Over FDR of meer specifiek zijn beleid, zoals de New Deal tijdens de Depressie van de jaren 30, dan wel FDR’s blijvende impact op de publieke receptie van het ambt van president in de VS, schreef hij meerdere boeken. Ook aan andere presidenten heeft hij zich gewaagd, zoals Bill Clinton en Barack Obama. Leuchtenburg werd 102. Nog vorig jaar verscheen zijn laatste boek, Patriot Presidents.
Geboren in 1922 heeft hij FDR dus nog zelf meegemaakt als volwassene en hij heeft zeker het enthousiasme van Amerikaanse kiezers voor dit boegbeeld van de Democraten gedeeld, die hem drie keer herkozen. Was de door polio aan een rolstoel gekluisterde president die Amerika’s deelname aan de oorlog tegen nazi-Duitsland en tegen Japan leidde, niet vlak voor het definitieve einde van WOII in april 1945 overleden, was hij naar alle waarschijnlijkheid voor een vierde keer herkozen, als hij de race nogmaals had willen aangaan. Zijn populariteit werd blijkbaar zelfs zijn eigen Democraten te gortig, die in 1951 samen met de Republikeinen de grondwet wisten veranderen zodat niemand meer dan twee keer president kon worden (eerdere presidenten hadden dit vrijwillig nagelaten).
Leuchtenburg was het type biograaf met bijbanen om het vak te dienen. Hij werd gekozen tot voorzitter van drie Amerikaanse vakorganisaties: de American Historical Association, de Organization of American Historians en de Society of American Historians. Zijn eruditie en politieke ervaring deelde hij graag met het grote publiek, onder meer bij NBC News als analist van verkiezingen en als adviseur van documentairemakers.
Hij liet zich niet onbetuigd om zijn mening over recente presidenten te geven. Bijvoorbeeld over Trump: “We really have no precedent for a chief executive with this sort of temperament — so careless about his statements, so quick to take offense,” Hij vergeleek Trump met Nixon: “Among other things… Nixon would sometimes espouse the ‘madman theory.’ That if he convinced his foes overseas that there’s almost anything this man might do, they might be willing to make concessions.”
Hij steunde rechtszaken om president Richard Nixon tegen te houden toen die de voor hem zo gênante tapes van het Watergate-schandaal wilde vernietigen en om diens minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger te beletten transcripties van officiële telefoongesprekken in beslag te nemen en te laten verdwijnen. Samen met andere historici liep hij in 1965 mee in de mars naar Montgomery in Alabama, het beroemde initiatief van burgerrechten-voorman Martin Luther King, om de obstakels uit de weg te ruimen die het zwarte burgers onmogelijk maakte om zich normaal als kiezers te laten registreren en te stemmen bij verkiezingen.
In Washington staat een groot, origineel en heel theatraal Memorial voor Roosevelt (met zijn hondje erbij!). Leuchtenburg mocht de citaten voor de plaquettes kiezen en suggereerde onder meer de Four Freedoms die in principe FDR’s richtsnoer waren tijdens WOII voor samenwerking met buitenlanden en die voor alle mensen zouden moeten gelden: Freedom of speech and expression, Freedom of worship, Freedom from want en Freedom from fear. (de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de VN bestond nog niet).
Leuchtenburg had een bijzondere band met het Roosevelt Institute for American Studies (RIAS) in Middelburg, waar duizenden onderzoekers al langs zijn geweest voor, onder andere, de grote collectie archieven van Amerikaanse presidenten. Hij verzorgde als eindredacteur een festschrift ter ere van Cornelis (Kees) van Minnen die van 1984-2016 directeur van het centrum was, American Mosaïc, met bijdragen van een reeks dankbare deskundigen.
In 1991 tijdens een toespraak tot leden van de American Historical Association, deed hij een dringend beroep op historici om het contact met het grote publiek niet te schuwen maar daarbij wel voorzichtig te zijn:
“When we do speak out, and we should choose those times wisely, we must take care to distinguish between doing so as historians and doing so simply as politically active citizens, Above all, we should take care not to create an atmosphere in the classroom in which views that diverge from our own cannot freely be voiced, and we should respect the rights of others in the profession to express beliefs contrary to our own or to remain silent.”
Nog steeds een verstandig advies maar niet gemakkelijk in deze tijden. (AvA)