“Je kocht een Ferrari maar bestuurt hem als een Fiat,” zei Zlatan Ibrahimović tegen Pep Guardiola in zijn eerste jaar bij Barcelona. (Voor de goede orde, Ibrahimović was de Ferrari). Tussen de twee boterde het niet. Guardiola had “geen ballen”, en was de loopjongen van Lionel Messi. Hoewel Ibrahimović voor vijf jaar bij Barça getekend had, vertrok hij na het eerste seizoen naar AC Milaan. Met José Mourinho kon hij wel door een deur. Toen die zijn vrouw voor het eerst ontmoette, zei hij: “Helena, je hebt maar één missie. Voedt Zlatan, laat hem slapen, maak hem gelukkig.” Een man naar zijn hart.
Van Jag är Zlatan Ibrahimović (in het Nederlands vertaald als Ik, Zlatan) gingen in Zweden meer dan 500.00 exemplaren over de toonbank, terwijl het boek in Nederland ruim twee jaar in de bestsellerlijst van de CPNB prijkte. David Lagercrantz lardeerde het verhaal van de Bosnisch-Zweedse immigrantenzoon die opgroeide in Rosengård – het getto van Malmö – en op zijn negentiende debuteerde bij Ajax, met de meest memorabele uitspraken van de ruwe bolster, blanke pit – de een nog uitzinniger dan de ander.
Die uitspraken blijkt Lagercrantz uit zijn duim te hebben gezogen. De auteur gaf het zonder blikken of blozen toe tijdens het literaire festival in Haye-on-Wye (Wales). “Het laatste wat je moet doen om iets waarachtigs en authentieks te laten klinken, is citeren,” aldus Lagercrantz. Hij was op zoek naar de “literaire Ibrahimović”. Een dergelijke queeste laat je niet afhangen van de retorische kwaliteiten van je hoofdpersoon, daar heb je een schrijver voor nodig, moet Lagercrantz hebben gedacht. Hij vond de memoires van voetballers de saaiste lectuur die hij ooit te verstouwen kreeg. Dus verzon hij de meeste quotes in Ik, Zlatan zelf. Toen hij Ibrahimović confronteerde met het eindresultaat, was die in eerste instantie verbijsterd (“What the fuck is this? I never said that!”) maar na een tijdje begon hij zich te herkennen in zijn literaire alter-ego. Zo zou hij het gezegd kunnen hebben, zo had hij het moeten zeggen.
Grote vraag is waarom Lagercrantz thans met dit konijn uit de hoge hoed komt. Wil hij zich bewijzen als een schrijver van fictie, en dat hij in de voetsporen van Stieg Larsson kan treden, de journalist die de Millennium-trilogie schreef? Lagercrantz waagde zich, met de zegen van de erven, aan een vervolg op de trilogie, waarvan de publicatie in augustus staat aangekondigd.