De thuiskomst van Arjan Ederveen. Een openhartige biografie

Arjan Ederveen is iemand die soms flauwvalt wanneer een confrontatie in een gesprek te persoonlijk wordt. Iemand die nooit het achterste van zijn tong laat zien, zelfs niet aan zijn meest dierbare vrienden of zijn echtgenoot. Nooit officieel gediagnostiseerd met een stoornis uit het autistische spectrum, maar met verdacht veel kenmerken die in die richting wijzen. Dat deze man zich zo openstelt voor zijn biografe, haar toelaat in alle facetten van zijn leven, haar toestemming geeft alles te publiceren wat ze heeft opgeschreven zonder ook maar één ingreep van zijn hand, dat mag een wonder heten. In het diepst van zijn ziel laat Ederveen liefst niemand kijken. Sara Berkeljon komt niet verder dan het pierenbadje, aldus Ederveen. Maar in dat heerlijke pierenbadje is het goed toeven en komt het water bij de lezer tot ver boven de knieën. Dit boek lees je in één adem uit.

Een terugpratend personage

Berkeljon trok een jaar intensief met Ederveen op. Ze bezocht hem op de drie plekken waar zijn leven zich tegenwoordig voornamelijk afspeelt: zijn huis in Amsterdam, waar hij en zijn echtgenoot Howie Getman allebei een aparte etage bewonen. India, waar hij en Howie overwinteren. En zijn huis in Friesland, waar hij naar eigen zeggen het liefst vertoeft en op zijn gelukkigst is als ie in zijn enorme tuin kan werken. Ze sprak met de mensen die hem het meest na staan. Pieter Kramer, zijn vaste regisseur sinds jaren, Evelien Jansen, vriendin en producente, zijn neven Clint en Vince, de zonen van zijn overleden broer Dick. Ze kreeg toegang tot de plakboeken die Ederveens moeder bijhield over haar drie jongens en bekeek uren oude televisieafleveringen. Ze sprak met hem over zijn televisie- en theatersuccessen maar ook over groot verdriet in zijn leven. Het verlies van zijn beide broers, het verloren gegane contact met vriendin en voormalig collega Tosca Niterink.

Berkeljon is geen beschrijvende biografe, zij voert zichzelf op in het boek als een terugpratend personage. Een gesprekspartner, met wie Ederveen bevriend raakt, aan wie hij zijn vertrouwen geeft, die hij om raad vraagt wanneer hij problemen heeft met zijn mobiele telefoonprovider of zijn oude auto. ‘Is dat je dochter?’ vraagt iemand in India wanneer ze samen zitten te lunchen. Hij antwoord bevestigend. Hij spoort haar aan een bestseller te schrijven. Met veel seks erin en veel vrolijkheid. Over hoe mooi het leven is. Een positief boek moet het worden, want het is allemaal al kut genoeg. Die aanpak van Berkeljon, het optekenen van hun steeds openhartiger gesprekken is een gouden greep. Als lezer loop je mee in het leven van Ederveen, zoals de biografe een jaar met hem meeliep.

Een ongelukkig jongetje

Arjan Ederveen wordt op 9 september 1956 geboren als Arjan Janssen, de derde zoon van Jan Janssen en Margreet van Schaik, een prijswinnend goochelaar en een succesvol revue-artieste met veel optredens in het schnabbelcircuit. Vader Jan geeft het onzekere goochelbestaan op om geld voor het gezin te verdienen en schopt het uiteindelijk tot Directeur van de Internationale Vleeswaren- en Conservenfabriek Driebergen. Moeder Margreet blijft nog jarenlang doorwerken als revue-artieste, tot zij stopt met werken en zich volledig op het moederschap stort. Een liefdevol gezin waar alles kan en mag en toch is Arjan als kind niet gelukkig. Hij ligt vaak in het ziekenhuis, een stil, mager en onopvallend jongetje, graag alleen met de gezinshond, zijn schildpadden of cavia’s. Zijn broer Dick, met wie hij een kamer deelt, houdt zich uitsluitend bezig met mannenzaken waar Arjan zich niet voor interesseert, zoals techniek en vrouwen. Tegen zijn oudste broer Wim (Wick) kijkt hij op. Wick is slim en knap, verbaal begaafd en net als Arjan homoseksueel. Hij gaat naar de toneelschool in Amsterdam, wordt door Arjan bewonderd en benijd. Iets vinden in het leven waar je goed in bent, vastigheid, daar snakt hij naar. Net als zijn broer doet hij auditie voor toneelscholen maar overal wordt hij afgewezen, totdat hij in 1977 tot zijn grote vreugde wordt aangenomen op de kleinkunstacademie.

Theo en Thea

Zijn klasgenoten op de Kleinkunstacademie kijken tegen hem op, zijn docenten weten niet wat ze met hem aan moeten omdat hij op niks en niemand lijkt en  ‘alleen maar hing en op banken lag’. Hij geeft nooit sociaal wenselijke reacties en zijn humor, onnavolgbaar, flauw maar onmiskenbaar geestig, wordt als Arjanese humor omschreven. Hij woekert met het ene dat hij heeft, zichzelf, moet het hebben van zijn eigenaardige gekte en zijn komische uitstraling en zit altijd in een hoekje acts voor zichzelf te verzinnen. Maar als hij alleen al gaat staan moet iedereen lachen, hij is grappig zonder er moeite voor te hoeven doen. Op de Kleinkunstacademie ontmoet hij ook Tosca Niterink. Vanaf de eerste kennismaking in 1985 is hij door haar geobsedeerd. Ze klikken enorm en trekken intensief samen op. Samen lol maken kunnen ze als twee kleine kinderen. Verkleed in pak en mantelpakje naar een voorstelling van Paul van Vliet gaan en zich na afloop met een kopje thee tussen de tuttige mensen begeven. Naar een party met BN’ers gaan en elkaar de opdracht geven er eentje aan te raken. Puberaal en avontuurlijk,  net als hun latere, legendarische alterego’s Theo en Thea.

Arjan Ederveen en Tosca Niterink als Theo en Thea © Rob Bogaerts / Anefo (cc0)

Via de ingangen die Ederveen bij de VPRO heeft, mogen ze in een kinderprogramma een proefaflevering van vijf minuten maken. Ze bedenken Theo en Thea, een pre-puberende broer en zus, loosers in het leven maar helden in hun eigen universum. Verscholen achter konijnentandjes en dikke brillen durven ze alles en halen ze het beste in elkaar naar boven. Het programma, geregisseerd door Pieter Kramer, wordt een hype. Er groeit een generatie bewonderaars op die nu nog altijd integrale uitzendingen letterlijk kan citeren. Ook in hun latere programma’s ‘Kreatief met Kurk’ en ‘Borreltijd’ blijven ze enorm succesvol, een volstrekt uniek en ijzeren duo, met niets te vergelijken.

Angst voor aids

De succesjaren van het duo, dat met tussenpozen 11 jaar bestaat, is tegelijk de tijd waarin beiden in hun privéleven met grote tegenslagen worstelen. Aids grijpt woest om zich heen in Ederveens vriendenkring en ook zijn oudste broer Wick blijkt drager van het virus. Wick bezweert zijn broer dat daar met niemand over gesproken mag worden. Dat geheim drukt zwaar op Ederveen, en heeft jarenlang ingrijpende gevolgen voor de relatie met zijn broer en voor zijn eigen leven. De angst om seks te hebben en besmet te raken beheerst alles. In 1992, wanneer hij de Joods-Amerikaanse Howie ontmoet, die zijn echtgenoot zal worden, vindt hij de schouder om op te leunen waaraan hij zo’n behoefte heeft. Howie heeft eveneens veel vrienden aan aids verloren en herkent het verdriet van Ederveen. Ze bieden elkaar steun, troost, vrolijkheid en vanzelfsprekendheid. En manieren om hun open relatie vorm te geven die werken tot op de dag van vandaag.

30 minuten

De relatie met Tosca Niterink komt intussen steeds meer onder druk te staan. Niterink is van nature zwaar op de hand, twijfelt aan zichzelf, kan niet goed omgaan met de bekendheid die het gevolg is van de populariteit van het duo. Ze raakt verslaafd, niemand weet precies waaraan, maar onwerkbare situaties en nooit goed uitgesproken oplopende ergernissen leiden uiteindelijk tot het tijdelijk opbreken van het duo. Ederveens grootste televisiesucces, 30 minuten, maakt hij opnieuw met Pieter Kramer maar zonder Niterink. Zeven realistische docudrama’s die ‘de pijn van deze tijd’ laten zien. Hij ontvangt er de Nipkowschijf en twee Gouden Kalveren voor. De koopvideo van 30 minuten wordt ‘het cadeau van de ene links-intellectueel voor de andere’, aldus de Volkskrant. Het weerhoudt Ederveen er niet van de oversteek te maken van de VPRO naar de commerciële wereld en met Joop van den Ende in zee te gaan. Hij wil niet in een hoek worden gedrukt, niet vereenzelvigd worden met elitair, pretentieus gedoe, spannend en ongrijpbaar blijven.

Gratis therapie

Het boek is gratis therapie, zegt Ederveen ergens. Het is ook soms alsof hij hoopt dat het boek en de biografe de breekijzers zijn om weer in gesprek te komen met een paar belangrijke mensen van wie hij zielsveel houdt maar met wie hij geen contact meer heeft. Guus Beumer, met wie hij het dierbare huis in Friesland kocht dat nu van hem alleen is. Maar vooreerst en vooral Tosca Niterink. Ze wil ondanks herhaalde pogingen op geen enkele manier meewerken aan het boek, toch neemt ze er een grote plaats in. Bijna elke keer wanneer Ederveen en Berkeljon elkaar ontmoeten gaat het over Tosca en hun beider pogingen contact met haar te krijgen.

Op de dood van zijn oudste broer Wick, voor wie hij tot het einde zorgt, heeft Ederveen zich jarenlang kunnen voorbereiden. Wanneer zijn andere broer Dick op 43-jarige leeftijd vier jaar later volkomen onverwacht overlijdt en een vrouw en twee jonge kinderen achterlaat maakt hem dat radeloos van verdriet. Een verdriet waarover hij nog altijd niet goed kan praten. Een onverwerkt trauma, aldus zijn echtgenoot. Met Dick had hij weinig gemeen, ze kenden elkaar niet goed en deelden weinig interesses. Ze waren geen vrienden, ze waren broers. Met de zonen van zijn broer, nu volwassen mannen, heeft hij warm contact. Clint, die een etage in zijn huis bewoont, ziet hij als zijn nepkind, hij begint te stralen wanneer hij over hem praat, aldus de biografe.

Haar laatste treffen met Ederveen in het boek speelt zich af in zijn huisje in Friesland. Hij loopt er met haar door zijn tuin, zo groot als achttien voetbalvelden, en vertelt hoe zielsgelukkig hij daar altijd is, één met de natuur, wroetend in de aarde. Er staat een bankje, gemaakt van de grafsteen van zijn oudste broer, er is een diversiteit aan dierbare mensen en dieren begraven en uitgestrooid bij de nieuwe eeuwenoude beuk. Ze drinken samen thee en wijn, eten verwenboterhammen en appeltaart en maken de balans op van het boek en van zijn leven. Hij is eerlijk geweest in het boek, ook over de dingen waarin hij heeft gefaald. Hij heeft gepraat over dingen waarover hij nooit eerder heeft kunnen praten. Het contact met Guus is tot zijn grote geluk hersteld.

De tuin, zegt hij,  geeft hem meer voldoening dan welk televisiewerk ook. Als je klaar bent met het werk kun je opnieuw beginnen, elk jaar opnieuw. Ederveen heeft gevonden wat hij zocht. Hij is dankbaar voor zijn optimistische inborst, blij met zijn dierbaren, zijn hondje, zijn tuin. Gelukkig met de geruststellende zekerheid van een man die van hem houdt. Hij is blij met wie hij is, , hij is thuis. En wat schreef Sara Berkeljon een prachtig, rijk boek over de lange reis daarnaartoe.

Altijd van je af. Leven en werk van Arjan Ederveen
Sara Berkeljon
Meulenhoff
ISBN paperback 9789089683236
ISBN e-book 9789402325287
Verschenen in april 20225

Bestelinformatie

Bestel als paperback bij bol.com (€ 24,99)
Bestel als e-book bij bol.com (€ 14,99)

Dominique Engers
Dominique Engershttp://www.desneldichteres.nl
Dominique Engers (1965) studeerde af als Theaterwetenschapper aan de UVA. Ze schrijft liedjes en lemma’s, nieuwsbrieven, brochures, interviews, recensies en scripts voor uiteenlopende opdrachtgevers. Voor Theaterkrant.nl schrijft ze over cabaret. Daarnaast is zij al meer dan 25 jaar De Sneldichteres.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in