August Vermeylen, een intellectueel in oorlogstijd


Vrij snel na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd de Vlaamse kunsthistoricus, letterkundige en politicus August Vermeylen (1872-1945) door de Duitsers ‘kaltgestellt’. Het werd hem verboden om nog langer een openbare functie uit te oefenen. In Stil verzet reconstrueert Hans Vandevoorde aan de hand van egodocumenten welke bewegingsruimte Vermeylen – en daarmee ook andere intellectuelen – tijdens de oorlog nog had. Naarmate Stil verzet vordert, realiseert Vandevoorde zich meer en meer dat een biograaf meer moet doen dan feiten destilleren uit dagboeken en brieven.

‘Hij is een van de schoonste figuren van Vlaanderen geweest in de laatste halve eeuw. Een kultuurmensch, en een nobel mensch. Een groote figuur die verdwijnt. Hij ruste in vrede, en God weze hem genadig.’ Dat schreef Ernest Claes op de avond van het overlijden van August Vermeylen in zijn dagboek. Vermeylen overleed op 10 januari 1945. België was bevrijd, Vermeylen was weer aan het werk. De dood overviel hem en de mensen om hem heen.

Elementaire egodocumenten

De dood van Vermeylen, en de reacties daarop, staan beschreven in het het voorlaatste hoofdstuk van Stil verzet: de oorlogsjaren van August Vermeylen 1939-1945 van Hans Vandevoorde. Dit zevende hoofdstuk sluit wat aanpak betreft aan bij de zes voorgaande: Vandevoorde baseert zich op geschreven uitingen – egodocumenten van Vermeylen en de mensen om hem heen en berichtgeving in de media – om het verleden te reconstrueren en Vermeylens betekenis voor de diverse aandachtsgebieden waarop hij werkzaam was toe te lichten.

Pas in het laatste hoofdstuk en in ‘Een lemma als epiloog’ – hierin beschrijft Vandevoorde het leven van Vermeylen en zijn verdiensten in kort bestek: een voortreffelijke inleiding, waardoor zeker voor wie Vermeylen niet kent het voorgaande op zijn plek valt – lijkt Vandevoorde zich bewust van zijn taak als biograaf, en plaatst hij kanttekeningen bij de betrouwbaarheid van egodocumenten als bron bij het reconstrueren van een leven. Een dagboek- en brievenschrijver heeft immers zo zijn eigen overwegingen om zijn onderwerpen en formuleringen te kiezen.

August Vermeylen (1872-1945) (public domain)

Ambteloos burger

Daarmee relativeert Vandevoorde ook zijn eigen inspanningen. Terwijl hij in de proloog de lat hoog legde: ‘Hoe een intellectueel tijdens de Tweede Wereldoorlog in afzondering leefde en in welke ruimtes hij zich bewoog, staat in dit boek centraal’ en ‘In welke mate had die beperkte horizon, zeker in vergelijking met die voor de oorlog, invloed op Vermeylens denken en schrijven. Was zijn manier van leven exemplarisch voor de manier waarop een intellectueel deze oorlogsjaren moest doorkomen?’

Als de Tweede Wereldoorlog op uitbreken staat is Vermeylen een druk bezet mens: zijn verplichtingen als docent/rector, bestuurslid van tal van culturele instellingen en belangenorganisaties en senator maken dat hij een groot deel van zijn tijd buitenshuis doorbrengt. Op het moment dat Leopold III capituleert, is Vermeylen beroepshalve onderweg, maar de Duitsers zien zijn omzwervingen in Frankrijk als vluchtgedrag en dat blijft na zijn terugkeer in België niet zonder consequenties. Het uitoefenen van openbare functies wordt hem verboden. Vanaf dat moment is Vermeylen gedwongen tot een leven in de relatieve luwte en richt hij zich op de mensen in zijn directe omgeving en het bezoeken van voorstellingen, concerten en tentoonstellingen. Wel blijft de standaardwerken die hij op zijn vakgebied geschreven heeft herzien en schrijft hij een autobiografisch getinte roman: Twee vrienden, die door Vandervoorde langs de autobiografische meetlat wordt gelegd.

Bezigheden buitenshuis

Vrouwen nemen in dat leven een belangrijke, misschien wel de belangrijkste, rol in, constateert Vandevoorde op basis van Vermeylens zeer zorgvuldig in dagboeken en agenda’s opgetekende wederwaardigheden en de uitgebreide correspondentie die Vermeylen voerde met minnaressen die elkaar in snel tempo opvolgden (zijn vrouw Gaby was al in 1932 overleden, ondanks de vele vriendinnen die daarna volgden, bleef hij haar in zekere zin altijd trouw).
Vermeylen bleef contacten onderhouden met bevriende vakgenoten, met wie hij, vaker dan met zijn vrouwen, de belemmeringen van de bezetting besprak, en met wie hij in het geweer kwam tegen de gevolgen van de Duitse overheersing voor Joodse intellectuelen. Vermeylen was op dit punt een zeer principieel man.
Ook met  zijn dochter onderhield Vermeylen tijdens de oorlog nauw contact. Hij woonde een deel van de tijd zelfs bij haar in huis. Zijn zoon zag hij nauwelijks: die verbleef een groot deel van de oorlog in Londen.

Meer dan in Nederland was het in België mogelijk om culturele evenementen bij te blijven wonen. Vandevoorde doet dat af in een zin: ‘Het is bekend dat het Belgische militaire bewind lakser was op cultureel vlak dan het Nederlandse civiele bestuur’, maar het maakte een enorm verschil en stelde Vermeylen in staat om zich al dan niet in gezelschap van anderen te blijven laven aan muziek en toneel.

Vermeylen bleef deugen

Vandevoorde gaat er vanuit dat de lezer van Stil verzet vertrouwd is met leven, ideeën, verdiensten en reputatie van Vermeylen. Omdat de biograaf zich, behalve in de epiloog, heel nadrukkelijk houdt aan de door hem gekozen periode, blijft voor wie hem niet kent of de feiten niet paraat heeft onderbelicht hoe invloedrijk en toonaangevend Vermeylen was en hoe geaccepteerd zijn opvattingen voor de oorlog waren. Ook kan door Vandevoordes aanpak de indruk ontstaan dat Vermeylen tijdens de oorlog een behoorlijk vervuld leven leidde. Terwijl de overgang naar een ambteloos leven voor hem toch groot geweest moet zijn.

Hoewel de huizen en de publieke ruimte die Vermeylen tijdens de oorlog betrad nadrukkelijk benoemd worden en duidelijk wordt welke activiteiten hij nog kan ontplooien, beantwoordt Vandevoorde de vragen die hij in zijn proloog stelt veel minder expliciet dan op grond van de nadruk die hij er daar op legt, verwacht mag worden. Het lijkt er een beetje op dat Vandevoorde zich verliest in de veelheid aan gegevens die hij door het napluizen van dagboeken, agenda’s en brieven verzamelde. Toch weet hij Vermeylen in het slothoofdstuk heel duidelijk te karakteriseren en te plaatsen in het intellectuele en maatschappelijke landschap.

Via omtrekkende bewegingen naar een conclusie

Tot het laatste hoofdstuk heeft Stil verzet voornamelijk een verhalend karakter. Vandevoorde doet op een geanimeerde wijze verslag van zijn vorderingen. Pas in dat laatste hoofdstuk neemt hij de teugels stevig in handen en doet hij wat een biograaf moet doen: conclusies trekken op basis van onderzoeksresultaten.

‘Een biografie moet het belang van een persoon aantonen voor een vroegere tijd en zo mogelijk ook voor de huidige. Daarom mag de lezer een juister portret verwachten dan dat van pseudowetenschappers zoals de grafologie of de rassenleer, waar Schamelhout en andere Lombroso’s zich aan overgaven. Voor zo’n portret moet eerst het beeld dat in de loop der tijd van Vermeylen gegroeid is, geverifieerd worden. Daarna kan dit geconfronteerd worden met het beeld dat hij van zichzelf had. Zo’n zelfbeeld speelt in de beeldvorming door anderen een belangrijke rol, maar het kan er ook correcties in aanbrengen. Een ruimer groepsbeeld plaatst tenslotte zelf- en tegenbeeld in hun context.’

Waarna Vandevoorde alsnog heel weloverwogen toewerkt naar zijn conclusie: ondanks de beperkingen hem door de oorlog opgelegd, bleef Vermeylen zich manifesteren als een op Franse leest geschoeide intellectueel, die het debat niet schuwde, vasthield aan zijn persoonlijke principes en beroepsmatige opvattingen en zich niet liet beperken door de levensbeschouwelijke overtuigingen van zijn eigen zuil.

Stil verzet: de oorlogsjaren van August Vermeylen 1939-1945
Hans Vandevoorde
Lannoo
ISBN 9789401420648
Verschenen in augustus 2024

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (€ 34,99)
Bestel als E-book bij bol.com (€ 18,99)

Liliane Waanders
Liliane Waandershttps://www.hanta.nl/hanta/
Liliane Waanders is (literair) journalist en programmamaker. Ook schreef zij over kunst, cultuur en politiek en was hoofdredacteur van het Adoptietijdschrift. Ze maakte programma’s voor onder andere Stichting Literaire Activiteiten Zwolle, Writers Unlimited/B-Unlimited en Woordnacht. Nu bestiert ze een poëziepodium en is zij een van de bedenkers/moderatoren van het boekenprogramma Bazarow.LIVE Op haar website Hanta schrijft ze over literatuur.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in