Het was een pikzwarte dag voor de Amsterdamse gemeenteraad, toen op 30 november 1940 de socialistische huisarts Ben Sajet met drie andere Joodse partijgenoten op last van de Duitse bezetter ontheven werden van het raadslidmaatschap. Misschien nog pijnlijker voor hen was het feit dat de fractie van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) deed alsof er niets bijzonders aan de hand was. De fractie ging gewoon vergaderen zonder enige vorm van medeleven of discussie over deze ondemocratische ingreep. Ondanks zijn teleurstelling over de weinig principiƫle opstelling en het gebrek aan medeleven van zijn fractiegenoten, verloor Sajet nooit zijn vertrouwen in de sociaaldemocratie. Na de oorlog, die hij op wonderbaarlijke wijze overleefde, kwam hij als vertegenwoordiger van de PvdA terug in de raad. Bij elkaar was hij zo bijna veertig jaar lid van de Amsterdamse raad, waarin hij vooral streed voor verbetering van de volksgezondheid. Over deze bijzondere en eigenzinnige man verscheen een korte biografie van de hand van publicist en oud-politicus Jos van der Lans
Rood worden en joods blijven
Ben Sajet werd op 17 maart 1887 geboren op het Waterlooplein en daar zag hij als jongste zoon van een diamantslijper en later -handelaar de beroerde omstandigheden waaronder het merendeel van de Joodse arbeidersbevolking in de buurt moest leven. Hoewel hijzelf in een meer bevoorrechte omgeving opgroeide, trok hij zich al vroeg het lot van de minderbedeelde buurtgenoten aan. Bij hem thuis echter werd er ronduit negatief gesproken over de opkomende socialistische arbeidersbeweging. Zijn vader vond socialisten āslechte mensenā en hun leider Troelstra was āeen opruierā. Desalniettemin raakte de jonge Sajet op de HBS begeesterd door het socialisme en diezelfde Troelstra. Hij schreef op school een werkstuk over de SDAP-leider, waarvoor hij op deze burgerschool een dikke onvoldoende kreeg. Dat weerhield hem verder niet om voor zijn overtuiging te blijven uitkomen. Voor hem kwam het humanitaire basisprincipe van het socialisme overeen met dat van het jodendom. Het betekende niet dat zijn socialistische idealen het jood-zijn uitvlakten, want te vaak ervoer hij een discriminerende opstelling tegenover zijn joodse afkomst. Hij bleef āde anderā.
Na zijn HBS-examen besloot hij medicijnen te studeren omdat hij daarin een sociale functie zag. Hij nam een voorbeeld aan een aantal andere sociaaldemocratische artsen die veel aandacht hadden voor de typische beroepsziekten en misstanden onder de arbeidersbevolking, die leiden tot onnodige ziektes zoals trachoom, een oogziekte. Aan die ziekte wijdde hij ook zijn eerste publicatie, maar daar bleef het niet bij. Hij richtte zich in een adres tot de gemeenteraad om te vragen om een nader bevolkingsonderzoek. Als huisarts bleef hij ook op zoek gaan naar de oorzaken van andere bekende volksziektes, zoals kinkhoest, mazelen en tuberculose. Daarmee verrichtte hij pionierswerk in de epidemiologie en gaf hij vorm aan de ontwikkeling van de sociale geneeskunde.
Een echte organisator was Sajet niet. Toen hij gevraagd werd om in Hilversum het sanatorium Zonnestraal ā de grote droom van de voorman van de diamantwerkersbond Jan van Zutphen – van de grond te tillen, accepteerde hij dat met graagte maar liep in dat project hopeloos vast. Hij was geen man die een bouwproject kon coƶrdineren, begrotingen kon opstellen en architecten kon controleren. Daarom nam hij ontslag en keerde hij naar Amsterdam terug om weer huisarts te worden. Daar trok ook de politiek aan hem. Sajet werd in 1923 lid van de gemeenteraad. Hij behoorde daar niet tot de fronttroepen, maar leverde wel een substantiĆ«le bijdrage op het vlak van de gezondheidszorg en het onderwijs. Zo onderzocht hij met dezelfde nauwgezetheid als bij zijn studie naar trachoom en kinkhoest het grote verschil tussen gewone openbare en bijzondere elitescholen. Sajet rekende de raad voor dat bijvoorbeeld katholieke kinderen van rijkere ouders gemiddeld in klassen terechtkwamen die half zo klein waren als bij de andere (openbare) scholen.
Oorlog en bevrijding
Met de opkomst van Mussolini, Hitler en Franco, en ook de financiƫle crisis van de jaren dertig, verdween het optimisme onder de sociaaldemocraten. De SDAP raakte steeds meer in het defensief en de onderlinge verdeeldheid nam toe. Die sombere stemming weerhield Sajet er niet van om zich aan het eind van de jaren dertig te zetten aan een proefschrift naar de rol van artsen in de beoordeling van mensen die een beroep deden op de Ongevallenwet. Het tekende zijn gedrevenheid en streven naar een rechtvaardige behandeling van alle patiƫnten. Toen de eerste bommen in de meidagen van 1940 vielen, rondde hij in de kelder van zijn woning zijn studie af. Na de capitulatie volgde de verdediging van zijn proefschrift aan de Amsterdamse universiteit. Maar de betekenis daarvan vervloog door de dramatische gebeurtenissen in de eerste oorlogsjaren.
Joden werden stap voor stap en systematisch steeds verder buitengesloten. Sajet mocht niet langer niet-Joodse patiƫnten helpen en in november 1940 volgde zijn verwijdering uit de gemeenteraad en andere bestuurlijke posities. In navolging van zijn jongste zoon besloot ook Sajet zelf te vluchten. In een gammel bootje met nog andere mensen, onder wie twee andere zoons, waagde hij de oversteek naar Engeland. Zo ontkwam hij aan nog erger. In Engeland en Amerika maakte hij zich op verschillende terreinen verdienstelijk tot hij in het kielzog van de geallieerden in september weer voet kon zetten op Nederlandse bodem.
De oorlog was voorbij, maar niet in zijn hoofd. Daarvoor waren er te veel verschrikkingen gebeurd. Hij werd weer actief in de gemeenteraad en andere besturen en commissies in de gezondheidssector. EĆ©n wapenfeit sprong eruit. Al vroeg voorzag hij dat het Academisch Ziekenhuis (het latere AMC) beter aan de rand van de stad gebouwd kon worden dan op een locatie in de stad. Hij volhardde in zijn standpunt met een uitvoerige nota en kreeg, zoals bekend, uiteindelijk gelijk. Toen hij in 1962 afscheid moest nemen van de raad, was er echter nog niet begonnen met de bouw van het AMC. Bij zijn vertrek zwaaide de toenmalige fractieleider Den Uyl hem uit met de woorden dat hij een āideaal raadslid was, omdat hij zo lastig kon zijnā.
Een onvermoeibaar en zachtmoedig mens
Met zijn vertrek uit de raad was het nog lang niet afgelopen met de activiteiten van Sajet. Onvermoeibaar stortte hij zich op het bejaardenvraagstuk. Toen hijzelf in de negentig was, interviewde hij zestig leeftijdgenoten met de vraag of het leven op een zo vergevorderde leeftijd nog de moeite waard was. Het bracht hem tot bezinning over zijn eigen leven, onder andere in een uitvoerig interview met Hans Fels. Van der Lans put voor zijn korte biografie rijkelijk uit dat interview en vult het op meerdere plaatsen aan met achtergrondinformatie. Sajet komt in deze biografische schets naar voren als een zachtmoedig mens met een niet-aflatende inzet voor de goede zaak. Dat maakt het boekje alleen al de moeite waard om te lezen in deze tijd van afbraak van zorg. Het is tevens een uitnodiging om het boeiende en bewogen leven van Ben Sajet nog verder uit te werken in een meer gedetailleerde biografie van deze interessante figuur, die streed voor gelijkberechtiging en goede collectieve voorzieningen voor iedereen.
Ben Sajet (1887-1986). Een leven lang sociale geneeskunde
Jos van der Lans
Vereniging Canon sociaal werk
ISBN 978 90 833302 1 1
Verschenen in mei 2023
Bestelinformatie
Bestel als paperback bij Canon Sociaal Werk (ā¬ 12,50)