Willemijn van Dijk is historicus en schreef onder andere een aantal boeken over Rome. Toen ze op een dag door de buitenwijken van Rome zwierf, kwam ze een huis tegen, Villa Celimontana, en tijdens haar onderzoek naar deze villa kwam ze erachter dat Marianne van Oranje-Nassau, de jongste dochter van koning Willem I, een tijd in dit huis gewoond heeft. Haar nieuwsgierigheid was gewekt en ze besloot onderzoek te doen naar deze – zo schrijft ze in haar voorwoord – vergeten prinses.
Helemaal vergeten is deze prinses overigens niet. In 1991 en in 2010 verschenen er al biografieën over haar, geschreven door respectievelijk Dieuwke Winsemius en Arnout van Cruyningen. In 1975 en in 1991 werden twee historische romans over haar leven gepubliceerd en in 2008 verscheen de thriller Vals, waarin prinses Marianne figureert. In 1999 schreef Ton Vorstenbosch een toneelstuk over haar en ook in de televisieserie De Troon figureert ze.
Een bijzonder leven
Maar goed, een biografie meer is altijd de moeite waard. Het doet misschien weer een nieuw licht schijnen op de prinses. En haar leven was absoluut bijzonder.
Ze werd geboren in 1810 in Berlijn, als jongste kind van onze latere koning Willem I en Wilhelmina van Pruisen. Aanvankelijk leefden zij in ballingschap in Duitsland, maar na de val van Napoleon verhuisde het gezin naar Den Haag. Zoals gebruikelijk voor de tijd en haar stand werd een echtgenoot vooral uit politieke en dynastieke overwegingen uitgekozen. Het werd prins Albert van Pruisen, een broer van de latere keizer Willem I. Op papier was Albert misschien een goede partij maar in werkelijkheid hadden de beide echtelieden niets met elkaar gemeen en het huwelijk, waaruit vijf kinderen voortkwamen, stelde al vrij snel alleen nog in naam wat voor. Marianne kon slecht tegen de sfeer aan het vijandige, stijve Pruisische hof en in 1845 vertrok ze zonder man en kinderen naar Italië. Een daad die kenmerkend is voor de vrijgevochten vrouw die ze was.
Als ze terugkeert naar Nederland, krijgt ze een relatie met haar secretaris, Johannes van Rossum. Samen gaan ze diverse keren op reis en ook gaan ze naar Rome. Ze kopen daar een villa, Villa Celimontana, die al snel een ontmoetingsplaats wordt voor schilders, intellectuelen en leden van de Nederlandse gemeenschap in Rome.
In 1849 wordt de scheiding tussen haar en Albert uitgesproken en in datzelfde jaar bevalt Marianne, op Sicilië, van de zoon van Johannes. De baby blijft achter op het eiland, onder de hoede van een Siciliaans echtpaar, maar na een paar jaar haalt Marianne hem op om samen met haar zoon en Johannes in Rome te gaan wonen. Nadat haar zoon een titel heeft gekregen van een Duitse hertog, waarmee zijn toekomst verzekerd is, verhuizen ze naar Erbach. Haar zoon overlijdt in 1861 als hij twaalf oud is en Johannes volgt twaalf jaar later. Marianne overleeft hen beiden maar haar eigenlijke leven is voorbij en ze is blij als ze op 29 mei 1883 haar laatste adem uitblaast.
Verwarrend
Als je dit boek uithebt, weet je meer over Marianne en over de personen in haar nabijheid. En ook veel meer dan van een ‘normale’ biografie, want de gedachten en gevoelens van zowel Marianne als de mensen om haar heen worden van binnenuit beschreven. En dat zul je in een gewone biografie niet vinden. Dat maakt het lezen verwarrend, omdat het boek, ook in zijn vormgeving en ondertitel, doet voorkomen dat het hier om een gewone biografie gaat. Ook in het voorwoord van de auteur wordt niet duidelijk gemaakt dat het hier geen gewone biografie betreft.
‘Ik besloot zelf op zoek te gaan. Toen ik mij in het onderwerp verdiepte kwamen er een wereld en een tijdperk tot leven. Het leven van de prinses omspande de geboorte en coming of age van het Koninkrijk der Nederlanden: aan het begin van de negentiende eeuw, toen zij werd geboren, had Nederland nog nooit een koning gekend. [Dit is niet helemaal waar. Van 1806 tot 1810 was Lodewijk Napoleon koning van Holland, NM]. Toen zij stierf heerste de derde koning Willem III als constitutioneel vorst over de Lage Landen, en was de eerste vrouw die de Nederlandse troon zou bestijgen, Wilhelmina, al geboren.’
Roman, geen biografie
Pas aan het eind van het boek, in de verantwoording en het dankwoord, komt de aap uit de mouw: ‘Hoewel het in de eerste plaats mijn bedoeling is geweest het verhaal van Marianne te vertellen, is dit boek een roman, geen biografie.’ En: ‘Soms, wanneer de bronnen vaag of onzeker waren, heb ik sommige dingen verzonnen en sommige fouten en omissie in het boek zijn opzettelijk.’
Welke bronnen de auteur geraadpleegd heeft, wat ze verzonnen heeft en welke fouten in het boek opzettelijk zijn, blijft voor de lezer een raadsel want er is geen bronnenoverzicht aan het boek toegevoegd.
Op zich is er niets op tegen om een roman te schrijven over een historische persoon, maar het is voor de lezer prettig als dat meteen, vanaf het begin af aan, duidelijk wordt gemaakt. Nu ben ik geneigd om het boek als biografie te beoordelen, en omdat het hier om een roman gaat, is dat in zekere zin misplaatst. Toch doe ik maar even alsof en wat mij bij het lezen vooral opviel is dat er over Marianne geen kwaad woord wordt gezegd. Het boek is wat dat betreft een hagiografie. Marianne is een getalenteerde vrouw, die volkomen haar eigen weg gaat; ze was een liefhebbende moeder, ze componeerde, ze schilderde, deed veel voor de armen en was eigenlijk een socialiste ‘avant la date’. Dat laat onverlet dat ze bijvoorbeeld haar kinderen uit haar huwelijk met Albert zonder blikken of blozen in de steek liet en dat ze zich voortdurend bewust was van haar stand, en op grond van haar stand allerlei privileges afdwong. Willemijn van Dijk schetst – met name in de hoofdstukken die zich in Rome afspelen een soort ideaal leven, waarbij Marianne het stralende middelpunt is van feesten waarop volop gediscussieerd werd over allerlei interessante onderwerpen en ‘heel vaak was er discussie, maar nooit ontstond er ruzie.’ Deze passage is misschien wel kenmerkend voor het boek voorzover Van Dijk het innerlijk leven van Marianne beschrijft. Er is plaats voor liefde, voor intelligente gedachten en opoffering maar nooit voor spijt of jaloezie of wrok of gewoon maar voor het feit dat Marianne het wel eens fout zou kunnen hebben, dat dingen vanuit meerdere perspectieven bekeken kunnen worden. Tekenend daarvoor is misschien wel haar houding ten opzichte van haar voormalige echtgenoot prins Albert, die ze in 1833 verlaat als ze merkt dat hij een relatie heeft met een hofdame. Als hij decennia later met deze zelfde hofdame trouwt, vindt ze dat vreselijk, vooral omdat hij trouwt met iemand die niet van adel is. En dat denkt ze dus, terwijl ze zelf jarenlang samenwoont met haar secretaris en voortdurend afgeeft op een maatschappij die gebaseerd is op standen en rangen. Deze gedachte is geenszins verwerpelijk. Integendeel, zij is menselijk. Juist dit soort paradoxen en tegenstrijdigheden maakt een mens tot een mens. En juist over die menselijke tekortkomingen en raadsels had ik graag wat meer gelezen in dit boek. Dat had deze bijzondere vrouw zeker verdiend.
De Italiaanse prinses. Het rusteloze leven van Marianne van Oranje-Nassau
Willemijn van Dijk
Ambo Anthos, Amsterdam
ISBN 9789026352188
Verschenen in oktober 2021
Bestelinformatie
Bestel als paperback bij bol.com (€ 22,99)Bestel als ebook bij bol.com (€ 5,99)
Koop bij Athenaeum Boekhandel Bestel als paperback bij Athenaeum Boekhandel (€ 22,99)
Bestel als ebook bij Athenaeum Boekhandel (€ 5,99)