Zeg je Armand, dan zeg je Ben ik te min . Zeg je nog een keer Armand, dan zeg je Cannabis. Maar wat zeg je bij een derde keer Armand? Uit het boek Armand. En Nou ik van Marcel Groenewegen worden we niet heel veel wijzer. De schrijver is in het dagelijks leven bassist van de Rotterdamse band The Kik. Samen met Ali B zorgde The Kik ervoor dat Armand in het jaar voor zijn dood (19 november 2015) nog successen kon vieren. Maar echt veel dichter bij de mens Herman van Loenhout (zijn echte naam) komen we in het boek niet. Dat valt Marcel Groenewegen niet echt aan te rekenen. Toen Armand in scheiding lag van zijn derde vrouw Marrit verzuchtte zij dat het haar tijdens hun huwelijk nooit was gelukt om echt contact met hem te krijgen. Sterker nog, hij zei tegen haar:
“Hoe durven mensen zo dicht bij mij te komen om erachter te komen wie ik ben. Ik wil zelf niet eens weten wie ik ben”.
Op de achterflap wordt een antwoord beloofd op de vraag wie toch de mens is die schuilgaat achter het roodharige sixties-icoon. Dat antwoord geeft het boek wat mij betreft niet. Wat is het dan wel? Een bloemrijke potpourri aan anekdotes, vooral verteld door Armand zelf. Zoals de schrijver in zijn nawoord ook aangeeft, was Armand een onuitputtelijke bron van verhalen, die in de loop der jaren steeds mooier werden en dusdanig opgepoetst dat ze bijna te mooi werden om waar te zijn. Maar sommige verhalen moet je ook niet willen kapot checken. Zo is er bijvoorbeeld de anekdote dat Armand in april 1967 een van de bands is in het voorprogramma van de Rolling Stones. Armand kreeg 65 gulden, de Stones 45.000. Of ze dat waard waren kon Armand niet navertellen want na zijn eigen optreden is hij in de auto gestapt voor een schnabbel in Zevenaar. Of het verhaal over de kapotte tourbus. Op weg naar huis doen de remmen van de auto het niet meer: “Bij elk stoplicht sprongen we uit de zijdeur en hielden de bus tegen tot hij stilstond. Als het licht groen was sprongen we er weer in en reden we verder.”
Het eerste deel van het boek staat vol met dit soort vrolijke anekdotes.
Ben ik te min is in 1966 de B-kant van de tweede single van Armand. Zeezender Veronica gaat het nummer draaien en maakt het een hit. Tot op de dag van vandaag staat het nummer in de Top 2000. Maar het succes van dat nummer heeft Armand daarna nooit meer bereikt. Hij doet er ook geen moeite voor om zich populair te maken bij de DJ’s in Hilversum. En gratis optreden in een TV-programma is er wat Armand betreft al helemaal niet bij.
Ik moest het zien als reclame voor mezelf maar ik wilde geld zien als ik mijn kunstje moest komen doen. Anders val je maar kapot. Ik laat niet met me spelen.
Armand wordt dus niet veel gedraaid op de radio, maar speelt wel veel, vooral veel in boerendorpen en dan als pauzenummer. Dan rijdt Armand met zijn vriend Wil de Veer in zijn meterslange Cadillac naar zo’n dorp om in een zaaltje te zingen over die pa, die een grotere kar heeft dan de mijne. Er zijn na afloop altijd wel een paar jongens die verhaal komen halen dus over het algemeen proberen ze zich zo snel mogelijk uit de voeten te maken.
Al is carrière maken voor Armand niet belangrijk, hij blijft wel nummers schrijven en LP’s uitbrengen. Maar succes blijft uit en het aantal optredens droogt op. Daarmee wordt het boek naar mijn gevoel somberder, treuriger. Armand verdient in Eindhoven bij als taxichauffeur en dealer in alle soorten pillen, poeders en spuiten. De verhalen zijn er nog wel maar die zijn niet meer zo geschikt voor op een willekeurige verjaardag. Hoe de Belgische Jef de Mep hem wiet aanraadt om van zijn astma af te komen is een mooi verhaal. Maar hoe Armand uiteindelijk aan de harddrugs raakt (heroine, cocaïne, lsd etc) en daar zijn (tweede) vrouw en kinderen door kwijtraakt, dat verhaal is eigenlijk vooral triest.
De jaren 70 hebben Armand muzikaal niet zoveel te bieden, Punk vindt hij vooral negatief en met blije brave muziek van ABBA en The Eagles heeft hij ook niks. De jaren 80, met zijn protesten tegen kernwapens en met de opkomst van de Nederpop (met bijvoorbeeld Doe Maar, Klein Orkest) bieden wat dat betreft veel meer perspectief. Armand maakte wel weer een plaat maar zonder dat het lukt om mee te liften op de Nederlandstalige popsuccessen. Dat lag niet aan de producenten van zijn LP’s, constateert Marcel Groenewegen. Met andere artiesten leveren die wel successen af als Oerend Hard en Oh Oh Den Haag, maar met Armand lukte het niet om een hit te maken.
Persoonlijk gaat het hem in die periode ook niet bepaald voor de wind. Zijn tweede vrouw Emmy bevalt in 1981 en 1984 van twee zoontjes. Armand heeft moeite om zijn hoofd boven water te houden, hij heeft maar weinig optredens en moet aankloppen bij de bijstand. Zijn vrouw gaat bij hem weg omdat hij er niet in slaagt om van de drugs af te blijven. Zij krijgt voogdij over de kinderen.
De kinderbescherming vertelde mij dat ik een junk was. Ik mocht mijn kinderen niet meer zien. Ik wilde ze graag blijven zien maar wilde dat niet via de rechter regelen. Ik heb het daarom maar laten rusten.
Het zou 15 jaar duren voordat Armand en de jongens elkaar weer (kortstondig) zien. Armand maakt een “echtscheidingsLP” maar ook die flopt. Er wordt weinig over geschreven en media die de LP wel opmerken zijn negatief: “Deze oude hippie is met zijn hoofd in de jaren zestig blijven hangen”.
Zijn management ziet er ook geen heil meer in en verbreekt zijn contract. In een brief zeggen ze de samenwerking op. “Indien je geïnteresseerd bent in nog zo’n 800 posters, welke hier ongebruikt liggen, kun je die geheel vrijblijvend op komen halen.”
Armand komt daarna jarenlang eigenlijk alleen nog in de publiciteit als hartstochtelijk pleitbezorger van de cannabis en wordt daarin langzamerhand steeds meer een curiositeit en een karikatuur van zichzelf. Muzikaal is hij volledig uit beeld verdwenen als hij in 2011 door rapper en programmamaker Ali B. wordt gestrikt voor diens Tv-programma Op volle toeren. In dat programma maken rappers van nu hun eigen versie van nummers van vergeten Nederlandse artiesten. Armand en Ben ik te min zijn geknipt voor het programma en zowel de uitzending als een daaropvolgend concert zijn een groot succes. Een jaar later wordt Armand benaderd door de Rotterdamse band The Kik. Zij hebben een ander nummer van Armand op hun repertoire staan (Want er is niemand , zijn debuutsingle) en ze vragen Armand om met hen op te treden op Lowlands. De band maakt ook nog een CD met Armand, met 13 van zijn liedjes. Het is een CD die goed ontvangen wordt, er volgt een tournee die zal eindigen in Paradiso. Armand is op dat moment al ernstig ziek. Hij laat de microfoonstandaard extra goed vastzetten zodat hij zich daaraan kan vasthouden. Hij haalt Paradiso, maar een extra mooi detail is dat de Amsterdamse poptempel niet het laatste concert van Armand zal zijn. Dat vindt een maand later plaats in zalencentrum het Wapen van Maasdijk…
Armand overlijdt een maand na zijn laatste concert, op 19 november 2015, aan de gevolgen van kanker gecombineerd met longemfyseem. Zanger Dave von Raven van The Kik herdenkt hem op TV als een van de grootste legendes van de Nederlandse popmuziek. Dat was hij absoluut maar je zou het door het boek echt bijna vergeten. Daaruit komt toch vooral het beeld naar voren van een man die zijn hele leven op zoek is geweest naar erkenning maar die het de mensen niet bepaald makkelijk maakte om hem die te geven.
Armand. En nou ik
Marcel Groenewegen
Nijgh & van Ditmar/Top Notch
ISBN 9789038801438
Verschenen in november 2016
Bestelinformatie
Bestel hier als paperback bij Athenaeum Boekhandel (€ 19,99)
Bestel hier als ebook bij Athenaeum Boekhandel (€ 12,99)
Bestel hier als paperback bij bol.com (€ 19,99)
Bestel hier als ebook bij bol.com (€ 12,99)